Catharina parkiet

De Catharina parkiet, soms ook als Katharina parkiet geschreven, is een leuke vogel om in de buitenvolière te houden, maar ook in huis kan hij het goed vinden. Hier lees je meer over dit schattige vogeltje!

De Catharina parkiet: kenmerken

Als je ooit een Catharina parkiet hebt gezien, zal je wellicht maar één ding echt onthouden hebben: hij is groen. Dat klopt helemaal! Toch is hij niet zo eentonig groen. De Catharina parkiet heeft vele kleuren groen verspreid over zijn lichaam. Waar zijn kopje een blauwige tint heeft, zijn buikje wat meer gelig is en zijn vleugeltjes een olijfkleur hebben, hebben de uiterste veren in de staart en vleugels een felle groene kleur met heel donkere eindpunten. Groen is de echte kleur van deze parkieten, maar in gevangenschap kan je tegenwoordig ook blauwe Catharina parkieten vinden.

Catharina parkieten kijken rond
Vier speelse Catharina parkieten

De Catharina parkiet is een tamelijk kleine parkiet, ongeveer 17 centimeter groot en weegt maar 50 gram. Dit is ongeveer even groot als grasparkieten, een soort parkieten die we meestal als klein bestempelen.

Mannetjes en vrouwtjes zijn lastig uit elkaar te houden. Je moet kijken naar de kleur om te achterhalen welk geslacht ze hebben, al is het niet gemakkelijk. De popjes hebben een iets lichtere kleur dan de haantjes maar het blijft heel erg lastig om ze uit elkaar te houden.

Gedrag van de Catharina parkiet als huisdier

De Catharina parkiet is een redelijk rustige vogel. Ze kwetteren tijdens het eten en tussendoor wel af en toe, maar ze maken heel wat minder kabaal dan de qua grootte vergelijkbare grasparkieten.
Deze vogeltjes kunnen ook erg goed leren spreken, een leuk pluspunt als je altijd al een sprekende vogel wilde hebben!

Waar leeft de Catharina parkiet?

De Catharinaparkiet is nog verdeeld in twee soorten met elk een andere woonplaats. De ene soort leeft in Midden-Amerika, van het zuiden van Mexico tot in het westen van Panama. De andere soort bewoont het Andesgebergte in Peru, Ecuador, Venezuela en Colombia en leeft hier tamelijk hoog rond de 2000 meter boven de zeespiegel.

In deze landen woont de Catharina parkiet in erg groene bossen met een gevariëerde vegetatie en de soort die rond de Andes leeft, houdt naast de groene bossen ook van bamboebossen.

Een Catharinaparkiet kijkt nieuwsgierig rond
Een nieuwsgierige Catharina parkiet

Wat eet een Catharina parkiet?

De voeding van de Catharina parkiet bestaat in het wild voornamelijk uit knoppen en bloesems van de bomen in hun leefomgeving, maar ook de vruchten en zaden worden met veel plezier opgegeten. De ondersoort die in Zuid-Amerika leeft, eet ook af en toe bamboe.

Catharina parkieten in een volière eten liefst een zaadmengeling voor grote parkieten. Toch is dit niet volledig. De parkieten hebben graag ook een grote variatie aan fruit of groenten, en wat eivoer kan ook geen kwaad. In tegenstelling tot enkele andere veel gehouden soorten vogels, is de zaadmengeling hier niet het belangrijkste in de voeding. Het is hier echt noodzakelijk om dagelijks meer dan zaad te geven. Bijvoorbeeld stukken fruit zoals banaan, papaya, appel, peer, abrikoos, sinaasappels, granaatappel, druiven en tomaten (enkel de tomaat zelf, geen groene stukjes blad!)… Ook groenten zoals wortelen, broccoli, sla en maïs eet de Catharina parkiet heel graag.

Deze grote afwisseling in voeding is belangrijk om de Catharina parkiet een gevarieerd en gezond dieet te geven. Van enkel zaden worden ze soms ziek. Ook is er veel meer werk aan het eten van grote zaden en het oppeuzelen van fruit en groenten, wat er voor zorgt dat de parkieten zich minder snel gaan vervelen.

Het spreekt voor zich dat je steeds moet zorgen dat er vers drinkwater te vinden is. Catharina parkieten laten al eens graag zaden weken in hun water zodat ze zachter worden, maar dit zorgt al snel voor vuil water. Dagelijks verversen is dus meestal echt nodig.

Opgelet: voeding met een hoog zout, suiker of vetgehalte moeten vermeden worden. Nog gevaarlijker is het geven van de volgende voeding: avocado, caffeïne, pitten van fruit, uien, paddenstoelen, ongekookte bonen, steeltjes of takken van tomaten en aubergines. Deze dingen zijn echt schadelijk en moeten te allen tijde vermeden worden!

Huisvesting van de Catharina parkiet

Als je graag Catharina parkieten in huis neemt, vind je hier wat handige informatie. Om te beginnen moet je een voldoende grote kooi zoeken. Deze parkietensoort is echter niet erg groot, dus ideaal om in een kleinere vogelkooi te houden in je huis. Kooien van 60x40x40cm of 50x50x50cm zijn vaak al groot genoeg om een koppeltje te houden. Uiteraard is het wel zo dat een grotere kooi nooit kwaad kan, de vogels zullen dit enkel leuker vinden om in rond te vliegen.

Speeltjes voor de Catharina parkiet

Catharina parkieten zijn echte klimmers. Ze vinden niets leuker dan de hele dag op touwen bijten, doorheen de hele kooi klauteren en op alles knabbelen dat ze tegenkomen! Er is toch niets zo leuk als dingen in stukken knagen en trekken? Precies, zo denkt de Catharina parkiet!

De ideale speeltjes voor deze parkietensoort zijn dan ook touwen en andere voorwerpen waar veilig aan geknaagd kan worden. Natuurlijk kunnen schommeltjes en laddertjes ook, daar kan ook op worden rondgekropen!

Twee Catharina parkieten
Twee vrolijke Catharina parkieten

Kweken met Catharina parkieten

Al vanaf een leeftijd van rond de negen maanden zijn Catharina parkieten geslachtsrijp. Dit is erg vroeg ten opzichte van veel andere vogelsoorten en heel wat kwekers wachten dan ook liever een tijdje langer, bijvoorbeeld tot ze zeker een jaar oud zijn.

Als je er voor gaat om zoveel mogelijk jongen te hebben, kan je best een haantje bij twee popjes zetten en dan kiest die zijn gewenste partner. Doorgaans krijg je zo betere broedresultaten doordat er meer eitjes bevrucht zullen zijn.

De nestkastjes moeten ongeveer 30x15x15cm groot zijn met een gaatje van een vijftal centimeter, de bodembedenking kunnen gewone houtschilfers zijn of eventueel kokosvezel. Hierin zullen dan meestal twee tot vier eitjes gelegd worden waarop het popje zal broeden na het leggen van het tweede ei, om vervolgens na een twintigtal dagen uit te komen. De jongen zijn ontzettend klein bij het uitkomen en zullen pas echt snel beginnen groeien na een kleine week. Uitvliegen doen de jongen als ze vijf tot acht weken oud zijn.